Is jouw kind een selectieve of problematische eter?

Op de foto: Ella, het dochtertje van Eline

Op de foto: Ella, het dochtertje van Eline

Kinderen die selectief eten, weigeren vaak het voedsel dat zij voorgeschoteld krijgen van hun ouders of verzorgers. De oorzaak van voedselweigering is veelzijdig en niet enkel gebaseerd op de smaken van voedsel. Voedselweigering kan bijvoorbeeld ook gepaard gaan met een voorkeur of afkeer voor bepaalde structuren van voeding. Denk aan de slijmerigheid of knapperigheid van voeding. Naast deze meer bekende oorzaken noemen we in dit artikelen ook andere oorzaken van voedselweigering die kunnen leiden tot selectief- of problematisch eetgedrag. Ook lees je wat je er als ouder zelf aan kunt doen, maar allereerst lees je hoe je kan beoordelen of jouw kind een selectieve of problematische eter is of wanneer er sprake is van een normale eetontwikkeling

Is mijn kind een selectieve eter?

Voordat je je nu afvraagt of je een selectieve eter in huis hebt, lichten we het begrip ‘selectieve eter’ nader toe. Niet ieder kind dat een keer voedsel weigert, of een periode lang meer voedsel weigert noem je een selectieve eter. Een veelvoorkomend probleem in de opvoeding van kinderen is dat kinderen het eten dat ze voorgeschoteld krijgen niet willen opeten of uitspugen. Tussen de leeftijd van 3,5 tot 5,5 jaar vertonen kinderen in het algemeen meer selectief eetgedrag. Dit is een normale fase van de ontwikkeling. De meeste kinderen vertonen dit gedrag op een zeker moment bij een of enkele voedingsmiddelen, terwijl andere kinderen hele voedselgroepen weigeren zoals fruit of groenten, ook na de leeftijd van 5,5 jaar. Je kind kan dan een zogenaamde selectieve of problematische eter zijn.

Een selectieve eter weigert consistent bepaalde voedingsmiddelen of voedingsgroepen, waardoor de hoeveelheid voeding dat hij wel eet beperkt is tot enkele gerechten of voedingsmiddelen. Wat dit kind weigert kunnen zowel bekende als onbekende voedingsmiddelen betreffen. Gelukkig groeien deze kinderen vaak nog wel goed volgens hun eigen lijntjes op de groeicurve. Bij problematische eters komt de inname, groei en ontwikkeling van het kind in gevaar als gevolg van zijn eetgedrag (hier komen we in het artikel op terug).

Wat is het verschil tussen voedselneofobie en voedselweigering door selectieve eters?

Voedselneofobie, de angst voor nieuwe voedingsmiddelen, is een normaal fenomeen dat voorkomt bij kinderen, zowel bij niet-selectieve eters als selectieve eters. Daarbij zal een niet-selectieve eter na meerdere aanbiedpogingen en het zien eten van anderen, het nieuwe voedingsmiddel uiteindelijk wel een keer gaan proberen (ook al duurt dat soms maanden). 

De selectieve eter kan volhardender zijn in de voedselweigering. Dit komt omdat er meerdere bezwaren kunnen bestaan om het voedingsmiddel te eten bijvoorbeeld door de structuur, de smaak, de sfeer aan tafel, de temperatuur, de kleur of het is niet passend in de gewoonte. Kinderen die langere tijd selectief eten en gevoelig lijken te zijn voor de structuren van voedingsmiddelen zijn vaker ook gevoelig voor andere sensorische prikkels. Zo reageren ze bijvoorbeeld sterker op gras of zand aan hun voeten (dit is volgens ons overigens een normale fobie rond het eerste levensjaar), labels in hun kleren, licht, geluiden en geur. Er kan sprake zijn van een autisme spectrum stoornis. Selectief eetgedrag kan ook het gevolg zijn van een negatieve sfeer aan tafel, een (medische) trauma, het beperkte aanbod van voedingsmiddelen en beperkt positief voorbeeldgedrag van ouders als het gaat om eten en acceptatie van voedingsmiddelen.

‘Dat lust ik niet, er zitten stukjes in’

Zoals je hebt kunnen lezen kunnen de ervaringen sensorische prikkels invloed hebben op hoe een kind eet. Er zijn kinderen die gevoeliger zijn voor zogenoemde ‘tastbare stimuli’. Zo bleek uit een onderzoek uit 2014 (Nederkoorn, Jansen en Havermans, 2014) dat kinderen tussen de 4 en 10 jaar die meer aversie vertonen tegen bepaalde vormen en structuren (die zij gevraagd werden aan te raken), ook selectiever aten. Wat gesuggereerd wordt in de wetenschap is dat het zou helpen om kinderen op vroege leeftijd rijkelijk te laten kennismaken met voeding door ze de gelegenheid te geven alles met hun handen te mogen aanraken. Zogenaamde ‘stimuli training’. Veel populaire voedingsmethoden met betrekking tot het aanbieden van de eerste hapjes houden hier dan ook rekening mee (Rapley en Kleintjes methode); laat het kind het eten zelf pakken.

Hoe stimuleer je de acceptatie van voedingsmiddelen bij selectieve eters?

  • Hoe jonger je kind is hoe meer je als ouders kunt ingrijpen op het selectieve eetgedrag. Uiteraard niet door je kind te dwingen om te eten, maar door te oefenen met eten en het aanraken van eten en elke stap te belonen met gezelligheid, spelen en complimenten. Voor sommige kinderen is het beter om hier speciale oefenmomenten voor te introduceren, buiten de eetmomenten om. Voorkom wel dat je kind gaat oefenen met een zeer goed gevulde maag.

  • Bied eten op verschillende manieren aan door te variëren met bereidingswijzen of door het eten aantrekkelijk te presenteren. In het onderzoek dat we eerder aanhaalden, presenteerde de schrijvers van het artikel een ander onderzoek van Zeinstra en collega’s (2014): zij bereidden voor hun onderzoek bonen en wortels op zes verschillende manieren. Hierbij onderzochten zij in hoeverre de bereidingswijze invloed had op de voedselacceptatie- of weigering. Zij concludeerde dat knapperige bonen en wortels makkelijker geaccepteerd werden dan wanneer de bonen of wortels die bijna uit elkaar vielen. Daarnaast werd de meest bekende bereidingsvorm, dus zoals het kind het vanuit huis gewend was, het beste geaccepteerd. Dit geeft aan dat verwachtingen van het mondgevoel (de structuur van een voedingsmiddel) een sterke rol speelt in de acceptatie van een voedingsmiddel.

  • Laat je kind vrij om met zijn of haar handen aan het eten te zitten. Zelf als het om soep of pap gaat.

  • Zorg er tot slot voor dat als je oefent met eten je steeds maar hele kleine porties aanbiedt, bijvoorbeeld 1 blauwe bes in plaats van 10. Je kunt altijd meer op het bord leggen als je kind het voedingsmiddel accepteert.

  • Voorkom als ouders dat je een ervaring bestempeld met ‘mijn kind lust dat niet’. Jouw kind mag natuurlijk best zeggen ‘dat vind ik niet lekker’, maar dat betekent voor jou als ouders niet meer dan: ‘mijn kind moet er nog aan wennen’, ‘we zijn nog aan het oefenen’, ‘mijn kind is dat nog niet gewend’ of ‘dat vind mijn kind nog spannend’.

Wanneer is selectief eetgedrag een groot probleem?

Zoals eerder genoemd bestaat er ook een extremere vorm van selectief eetgedrag dat volgens de psychiatrie bestempeld wordt met de term ‘restrictive food intake disorder’ (problematisch restrictieve eters) en gezien wordt als een type eetstoornis. Bij deze eetstoornis is er sprake van een zodanig slechte voedselinname dat er sprake is van voedingstekorten op energie- en/of nutriëntenniveau. Deze voedselweigeraars hebben weinig tot geen interesse in eten en hebben sterkere bezwaren tegen de eigenschappen zoals de structuren van voedingsmiddelen.

Wat gebeurt er als je niks doet bij een selectieve of restrictieve eter?

Selectieve eters en restrictieve eters zullen waarschijnlijk ook in hun volwassen jaren selectiever blijven eten. Met name met betrekking tot de inname van groenten en fruit. 

Kan je wel wat hulp gebruiken bij het eetgedrag van je kind? Consulteer dan jullie kinderarts of huisarts. Hij of zij kan je doorverwijzen naar een prelogopedist, psycholoog of kinderdiëtist. Soms is een multidisciplinaire samenwerking van deze specialisten noodzakelijk.